Ingrediënten voor 4 personen:

• Voor de vis:

  4 stevige witvisfilets (zoals kabeljauw of koolvis)

  200 g bloem

  1 tl bakpoeder

  1 tl zout

  250 ml koud bier (bij voorkeur pils)

  Olie om te frituren

  Extra bloem om de vis te bestuiven

• Voor de frieten:

  800 g aardappelen (bijvoorbeeld Agria)

  Olie om te frituren

  Zout naar smaak

• Voor de tartaarsaus:

  150 g mayonaise

  1 el kappertjes, fijngehakt

  1 el augurk, fijngehakt

  1 el verse peterselie, fijngehakt

  1 tl citroensap

  Zout en peper naar smaak

• Voor garnering:

  Partjes citroen

  Verse peterselie

Bereidingswijze:

1. Frieten voorbereiden:

   Schil de aardappelen en snijd ze in dikke frieten.

   Spoel de frieten af en dep ze goed droog met een schone doek.

   Verhit olie in een frituurpan tot 160°C. Bak de frieten in porties 5-7 minuten tot ze zacht, maar niet bruin zijn. Laat uitlekken op keukenpapier.

2. Bierbeslag maken:

   Meng bloem, bakpoeder en zout in een kom.

   Voeg het koude bier langzaam toe terwijl je roert, tot een glad beslag ontstaat.

3. Vis bereiden:

   Dep de visfilets droog met keukenpapier en bestuif ze licht met bloem.

   Doop de filets in het bierbeslag zodat ze volledig bedekt zijn.

   Verhit olie in een frituurpan tot 180°C en frituur de visfilets 4-5 minuten tot ze goudbruin en knapperig zijn. Laat uitlekken op keukenpapier.

4. Frieten afbakken:

   Verhoog de frituurtemperatuur tot 190°C en bak de frieten in porties goudbruin en krokant. Bestrooi met zout.

5. Tartaarsaus maken:

   Meng alle ingrediënten in een kom en breng op smaak met zout en peper.

6. Serveren:

   Leg de vis en frieten op een bord.

   Serveer met tartaarsaus, een partje citroen en garneer met verse peterselie.