300 g ongepelde garnalen (bij voorkeur met kop en schil)
1 ui (gesnipperd)
1 wortel (in kleine stukjes gesneden)
1 stengel bleekselderij (fijngehakt)
2 teentjes knoflook (fijngesneden)
1 eetlepel tomatenpuree
750 ml visbouillon
100 ml room
50 ml cognac
2 eetlepels olijfolie
30 g boter
Zout en peper naar smaak
Optioneel: cayennepeper voor een subtiele pit
Garnering:
4 hele gebakken garnalen (zonder schil)
Verse bieslook of dille (fijngehakt)
Een swirl room
Bereiding:
1. Basis voor de bisque:
Garnalenschillen roosteren: Verhit de olijfolie in een grote soeppan. Voeg de ongepelde garnalen (koppen en schalen inbegrepen) toe en bak ze op middelhoog vuur tot ze mooi roze kleuren en licht geroosterd zijn. Dit duurt ongeveer 5-7 minuten.
Voeg de ui, wortel, bleekselderij en knoflook toe aan de pan en bak alles 5 minuten mee tot de groenten zacht zijn.
2. Flamberen met cognac:
Voeg de tomatenpuree toe aan de pan en bak kort mee om de smaak te verdiepen.
Giet de cognac in de pan en steek het (veilig!) aan met een lange lucifer of keukenvlam. Laat de vlam doven en de alcohol verdampen. Dit geeft de bisque een diepe, complexe smaak.
3. Bouillon toevoegen en laten trekken:
Voeg de visbouillon toe aan de pan. Breng het geheel aan de kook en laat het 20-25 minuten zachtjes koken om alle smaken vrij te laten komen.
4. Pureren en zeven:
Haal de pan van het vuur. Gebruik een staafmixer om de soep glad te pureren.
Giet de soep door een fijne zeef in een schone pan om de garnalenresten en groentestukjes te verwijderen. Duw de vloeistof er goed doorheen met een lepel om alle smaken eruit te halen.
5. Afmaken:
Voeg de room toe aan de gezeefde bisque en breng het geheel zachtjes aan de kook. Breng op smaak met zout, peper en eventueel een snufje cayennepeper voor een pittige toets.
6. Garnering en serveren:
Bak de 4 hele gepelde garnalen kort in boter tot ze gaar en goudbruin zijn.
Schep de bisque in warme kommen. Garneer met een swirl room, een gebakken garnaal bovenop en wat fijngesneden bieslook of dille.
