Verwarm de oven voor op 180°C. Bekleed een bakplaat (ongeveer 30×40 cm) met bakpapier.
Klop de eieren met de suiker in een kom tot een luchtig, lichtgeel mengsel (ongeveer 5 minuten met een elektrische mixer).
Zeef de bloem, cacaopoeder en een snufje zout samen. Spatel dit voorzichtig door het eimengsel zodat het luchtig blijft.
Giet het beslag op de bakplaat en strijk gelijkmatig uit. Bak 10-12 minuten in de oven tot de biscuit stevig is maar niet te droog.
Leg een schone theedoek klaar en bestrooi deze licht met poedersuiker. Stort de biscuit op de theedoek en verwijder het bakpapier voorzichtig. Rol de biscuit strak op met de theedoek en laat volledig afkoelen.
2. De chocoladeganache maken:
Verwarm de slagroom in een steelpannetje tot net onder het kookpunt.
Giet de hete slagroom over de fijngehakte chocolade en roer tot de chocolade volledig gesmolten is.
Voeg de boter toe voor extra glans en laat de ganache iets opstijven in de koelkast (ongeveer 20-30 minuten).
3. De kerststronk vullen:
Rol de afgekoelde biscuit voorzichtig uit.
Smeer de chocoladeganache gelijkmatig over de biscuit. Rol de biscuit weer strak op (zonder de theedoek) en zet hem 30 minuten in de koelkast om stevig te worden.
4. De botercrème afwerking:
Klop de zachte boter met de poedersuiker en het cacaopoeder tot een romige crème. Voeg indien nodig een beetje melk of slagroom toe om de crème smeerbaar te maken.
Bestrijk de buitenkant van de opgerolde biscuit met de chocoladecrème. Maak met een vork strepen in de crème zodat het op een boomschors lijkt.
5. Decoreren:
Bestrooi de kerststronk met poedersuiker voor een “besneeuwd” effect.
Garneer met takjes rozemarijn, rode bessen en eventueel wat chocoladeschilfers. Voor een extra feestelijke touch kun je kleine chocolademousserons (paddenstoelen) toevoegen.
