Meng de sojasaus, rijstazijn, honing en sesamolie in een klein kommetje.
Voeg de fijngesneden lente-ui en sesamzaadjes toe. Zet de dip apart.
2. Het tempurabeslag maken:
Meng in een kom de bloem, maizena, bakpoeder en een snufje zout.
Voeg het ijskoude water en de eidooier toe. Roer kort met eetstokjes of een vork. Let op: Het beslag moet klonterig blijven; overmixen maakt het minder krokant.
Zet het beslag in de koelkast totdat je het gebruikt.
3. De garnalen frituren:
Verhit de olie in een diepe pan of frituurpan tot 170-180°C.
Dep de garnalen droog met keukenpapier en bestrooi ze lichtjes met bloem.
Doop de garnalen één voor één in het tempurabeslag, laat het overtollige beslag afdruipen en leg ze voorzichtig in de hete olie.
Frituur de garnalen 2-3 minuten tot ze goudbruin en krokant zijn. Haal ze uit de olie met een schuimspaan en laat uitlekken op keukenpapier.
4. Serveren:
Leg de krokante garnalen tempura op een bord en serveer direct met de sojadip.
Garneer met extra sesamzaadjes en wat fijngesneden lente-ui voor een mooie presentatie.