3 eetlepels boter, gesmolten (of olie, om in te smeren)
Voor de garnering:
1 theelepel sesamzaadjes (optioneel)
Verse munt, voor decoratie
Voor serveren:
Munt-yoghurtdip of een zoete chilisaus
Bereidingswijze:
1. Vulling bereiden
Kook de aardappelblokjes in licht gezouten water tot ze gaar zijn. Giet af en prak grof.
Verhit een beetje olie in een pan en bak de ui, knoflook en komijnzaad tot ze geurig zijn.
Voeg de kerriepoeder, kurkuma, chilipoeder en aardappelen toe. Roer goed en breng op smaak met zout en peper.
Roer de verse koriander door de vulling en laat afkoelen.
2. Samosa’s vormen
Snijd de filodeegvellen in lange repen (ongeveer 10 cm breed).
Bestrijk één reep met gesmolten boter en leg een klein lepeltje vulling aan het begin van de reep.
Vouw het deeg in een driehoekige vorm over de vulling en blijf vouwen tot je een stevig gesloten driehoek hebt.
Bestrijk de buitenkant van de samosa met gesmolten boter en bestrooi eventueel met sesamzaadjes.
3. Samosa’s bakken
In de oven: Verwarm de oven voor op 200°C en bak de samosa’s op een met bakpapier beklede bakplaat gedurende 15-20 minuten, tot ze goudbruin en knapperig zijn.
Gefrituurd: Verhit olie in een diepe pan tot 180°C en frituur de samosa’s in kleine porties gedurende 2-3 minuten, tot ze goudbruin zijn. Laat uitlekken op keukenpapier.
4. Serveren
Schik de samosa’s op een serveerschaal en garneer met verse munt.
Serveer met een frisse munt-yoghurtdip of een zoete chilisaus.