Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Breng het water, de boter en een snufje zout aan de kook in een steelpan. Voeg de bloem in één keer toe en roer stevig met een houten lepel tot een glad deeg ontstaat dat loslaat van de pan.
Laat het deeg 5 minuten afkoelen. Voeg één voor één de eieren toe, terwijl je tussendoor blijft roeren tot het deeg glanst.
Schep het deeg in een spuitzak met een grote ronde spuitmond. Spuit kleine hoopjes op de bakplaat, met voldoende tussenruimte.
Bak de soesjes 20-25 minuten in de oven tot ze goudbruin en luchtig zijn. Laat volledig afkoelen.
2. Perenroom maken
Schil de peren, verwijder het klokhuis en pureer ze tot een gladde puree.
Klop de slagroom met de suiker en het vanille-extract tot zachte pieken. Spatel voorzichtig de perenpuree door de slagroom. Zet in de koelkast tot gebruik.
3. Karamelsaus maken
Verwarm de suiker en water in een steelpan op middelhoog vuur zonder te roeren, tot de suiker volledig is gesmolten en goudbruin kleurt.
Haal van het vuur en voeg voorzichtig de slagroom toe (pas op voor spatten). Roer goed door en voeg de boter en een snufje zout toe. Laat iets afkoelen.
4. Soesjes vullen
Maak een klein gaatje in de onderkant van elk soesje.
Vul een spuitzak met de perenroom en vul de soesjes via het gaatje.
5. Serveren
Stapel de gevulde soesjes op een serveerschaal en giet de karamelsaus eroverheen. Serveer direct en geniet!