2 eetlepels abrikozenjam, verwarmd en gezeefd (voor glans)
Bereidingswijze
1. Taartbodem maken
Meng de bloem en suiker in een kom. Voeg de koude boter toe en wrijf met je vingertoppen tot het mengsel op fijne broodkruimels lijkt.
Voeg de eidooier en 1-2 eetlepels koud water toe. Kneed snel tot een samenhangend deeg. Vorm een bal, wikkel in plasticfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180°C. Rol het deeg uit op een licht bebloemd werkvlak en bekleed 6 tartelettevormpjes (10 cm diameter) met het deeg.
Prik de bodems in met een vork en bak blind (met bakpapier en bakbonen) gedurende 10 minuten. Verwijder de bakbonen en bak nog 5-7 minuten tot de bodems goudbruin zijn. Laat afkoelen.
2. Banketbakkersroom maken
Verwarm de melk in een pan met het opengesneden vanillestokje (of voeg vanille-extract toe). Breng net niet aan de kook.
Klop de eidooiers met suiker en maïzena in een kom tot een glad mengsel.
Giet langzaam de warme melk bij het eimengsel, al roerend. Giet terug in de pan en breng aan de kook op middelhoog vuur. Blijf roeren tot het mengsel indikt.
Haal van het vuur, verwijder het vanillestokje, en roer de boter erdoor. Laat de room afkoelen en dek af met plasticfolie (direct op de room om velvorming te voorkomen).
3. Samenstellen
Vul de afgekoelde taartbodems met de banketbakkersroom.
Schik de plakjes aardbei decoratief op de room.
Bestrijk de aardbeien lichtjes met de warme abrikozenjam voor een mooie glans.
4. Serveren
Serveer de tartelettes direct of bewaar ze in de koelkast tot gebruik.