Ingrediënten voor 4 personen:

4 zalmfilets (ongeveer 150 g per stuk, zonder vel)

8 coquilles (sint-jakobsschelpen)

2 eetlepels olijfolie

1 eetlepel roomboter

Zout en peper naar smaak

1 citroen (in partjes voor serveren)

200 ml droge witte wijn

1 sjalot (fijngesnipperd)

150 ml slagroom

1 eetlepel boter (koud, in blokjes)

Zout en peper naar smaak

1 theelepel citroensap (optioneel)

300 g verse spinazie

1 eetlepel olijfolie

1 teentje knoflook (fijngesneden)

Zout en peper naar smaak

Verse peterselie of dille (fijngehakt)

Bereiding:

1. De wittewijnsaus bereiden:

Fruit de fijngesnipperde sjalot in een pan met 1 eetlepel boter op laag vuur tot de sjalot zacht en glazig is.

Voeg de witte wijn toe en laat het geheel 10 minuten inkoken tot ongeveer de helft.

Giet de slagroom erbij en laat de saus nog enkele minuten inkoken tot deze dikker wordt.

Haal de pan van het vuur en klop de koude boter erdoor om de saus mooi glanzend te maken.

Breng op smaak met zout, peper en eventueel een scheutje citroensap. Houd warm.

2. De spinazie bereiden:

Verhit de olijfolie in een grote koekenpan. Fruit de knoflook kort aan.

Voeg de verse spinazie toe en laat deze al roerend slinken. Breng op smaak met zout en peper.

Laat de spinazie uitlekken in een zeef om overtollig vocht te verwijderen.

3. De zalm en coquilles bakken:

Bestrooi de zalmfilets en coquilles met zout en peper.

Verhit olijfolie en boter in een koekenpan op middelhoog vuur.

Bak de zalmfilets aan beide kanten goudbruin en gaar (ongeveer 3-4 minuten per kant, afhankelijk van de dikte). Haal de zalm uit de pan en houd warm.

Bak de coquilles kort in dezelfde pan – 1,5 tot 2 minuten per kant – tot ze mooi goudbruin en licht gekaramelliseerd zijn.

4. Serveren:

Leg een bedje van gebakken spinazie op het bord.

Plaats de zalmfilet bovenop de spinazie en leg de gebakken coquilles ernaast.

Lepel de romige wittewijnsaus over de vis en coquilles.

Garneer met verse peterselie of dille en serveer met een partje citroen voor een frisse touch.