Kaneelsuiker (gemaakt van 50 gram suiker en 2 theelepels kaneel)
Olie om in te frituren
Poedersuiker voor bestrooien (optioneel)
Instructies:
Voorbereiding: Schil de appels en verwijder het klokhuis met een appelboor. Snijd de appels in plakken van ongeveer 1 cm dik.
Beslag maken: Meng de bloem, bakpoeder en zout in een kom. Klop het ei en voeg de melk toe. Roer het mengsel door de droge ingrediënten tot een glad beslag ontstaat.
Verwarmen: Verhit de olie in een diepe pan tot ongeveer 180°C.
Dompelen en frituren: Dompel de appelringen in het beslag, zodat ze volledig bedekt zijn, en laat ze voorzichtig in de hete olie zakken. Bak de appelbeignets aan beide kanten goudbruin (ongeveer 2-3 minuten per kant).
Uitlaten lekken: Haal de beignets met een schuimspaan uit de olie en laat ze uitlekken op keukenpapier.
Bestrooien: Bestrooi de warme beignets met kaneelsuiker en optioneel een beetje poedersuiker.
Serveer:
Warm serveren, eventueel met een bolletje vanille-ijs voor een extra traktatie.