500 g stevige vis (zoals kabeljauw, heek of zeeduivel)
500 g schaal- en schelpdieren (zoals mosselen, garnalen, langoustines)
2 tomaten, in blokjes gesneden
2 uien, fijngesneden
2 teentjes knoflook, fijngehakt
1 venkelknol, in dunne plakjes
1 prei, in ringen gesneden
2 eetlepels olijfolie
200 ml witte wijn
1 liter visbouillon
1 theelepel saffraandraadjes
1 laurierblad
1 theelepel tijm
1 theelepel sinaasappelrasp
Zout en peper, naar smaak
Voor de rouille (optioneel, voor erbij):
1 sneetje witbrood, zonder korst
1 teentje knoflook
1 eidooier
100 ml olijfolie
1 snufje cayennepeper
1 theelepel citroensap
Bereidingswijze:
Voorbereiden van de soepbasis
Verhit de olijfolie in een grote soeppan en fruit de uien, knoflook, venkel en prei zachtjes tot ze glazig zijn.
Voeg de tomaten, laurier, tijm en saffraan toe en bak kort mee.
Blus af met de witte wijn en laat 5 minuten pruttelen om de alcohol te laten verdampen.
Visbouillon toevoegen
Voeg de visbouillon toe en breng de soep op smaak met zout, peper en sinaasappelrasp. Laat de bouillon 20 minuten zachtjes koken om de smaken goed te laten mengen.
Vis en zeevruchten toevoegen
Snijd de vis in grove stukken. Voeg eerst de vis toe aan de soep en laat deze ongeveer 5 minuten zachtjes garen.
Voeg daarna de schaal- en schelpdieren toe en kook tot de schelpen open zijn en de garnalen roze zijn (ongeveer 3-5 minuten).
Rouille maken (optioneel)
Week het sneetje brood in wat water en knijp het uit.
Meng het brood met de knoflook, eidooier, cayennepeper en citroensap in een keukenmachine.
Voeg langzaam de olijfolie toe terwijl je blijft mixen, tot een gladde, romige saus ontstaat. Serveer de rouille apart bij de soep.
Serveren
Schep de bouillabaisse in diepe borden, zorg ervoor dat iedereen wat vis en zeevruchten krijgt. Serveer met knapperig stokbrood en eventueel de rouille