Ingrediënten voor 4 personen:

400 g pastinaken (geschild en in stukjes)

50 ml room

30 g boter

Zout en peper naar smaak

8 verse coquilles (Sint-jakobsschelpen)

1 eetlepel olijfolie

1 klontje boter

Zout en peper naar smaak

50 g ongezouten boter

1 vanillestokje (zaadjes eruit geschraapt)

Microgreens of waterkers

Een snufje versgemalen zwarte peper

Bereiding:

1. De pastinaakpuree maken:

Kook de pastinaakstukjes in een pan met gezouten water tot ze zacht zijn (ongeveer 10-12 minuten).

Giet het water af en voeg de room en boter toe aan de pastinaak.

Pureer met een staafmixer of keukenmachine tot een gladde, romige puree. Breng op smaak met zout en peper. Houd warm.

2. De vanilleboter bereiden:

Smelt de boter op laag vuur in een steelpannetje.

Voeg de vanillezaadjes toe en roer door. Laat de boter een paar minuten trekken, maar zorg dat deze niet verbrandt. Houd warm.

3. Coquilles bakken:

Dep de coquilles droog met keukenpapier en bestrooi ze met een beetje zout en peper.

Verhit de olijfolie en het klontje boter in een koekenpan op middelhoog vuur.

Leg de coquilles in de pan en bak ze 1,5 tot 2 minuten per kant, zodat ze goudbruin worden maar vanbinnen zacht blijven.

4. Serveren:

Schep een lepel pastinaakpuree op elk bord en smeer het mooi uit als basis.

Plaats de gebakken coquilles op de puree.

Druppel de warme vanilleboter over de coquilles en puree.

Garneer met microgreens of waterkers en een snufje versgemalen zwarte peper.