Bestrooi de kalfsschenkels met zout en peper. Bestuif licht met bloem.
Verhit de olijfolie en boter in een grote braadpan. Bak de schenkels aan beide kanten goudbruin (ongeveer 4-5 minuten per kant). Haal ze uit de pan en zet apart.
Saus maken:
Voeg de ui, wortel en bleekselderij toe aan de pan en bak tot ze zacht zijn.
Voeg de knoflook en tomatenpuree toe en bak 1-2 minuten.
Blus af met de witte wijn en laat even inkoken.
Voeg de tomatenblokjes, bouillon, tijm en laurierblad toe. Roer goed door.
Vlees stoven:
Leg de schenkels terug in de pan. Zorg dat ze gedeeltelijk onder de saus liggen.
Dek af met een deksel en laat 1,5 tot 2 uur zachtjes sudderen op laag vuur, tot het vlees boterzacht is.
Gremolata maken:
Meng de citroenschil, peterselie en knoflook in een kom.
Serveren:
Haal de laurier uit de saus. Schep de schenkels op borden en lepel de saus eroverheen.
Garneer met gremolata en serveer met risotto, polenta of knapperig brood.